De rozenkalender: wat doe je wanneer?
Om tuinrozen jaar in jaar uit mooi te houden, is snoeien en bemesten een must. En dat is helemaal niet moeilijk. In deze rozenkalender staat wat je wanneer het beste kunt doen.
Voorjaar
Na de strengste vorst geef je rozen een verjongingskuur door snoeien. Wees daarbij niet bescheiden; je snoeit sneller te weinig weg dan teveel. Een struikroos knip je terug op vijf tot zeven centimeter boven de grond. Na de snoei bemest je met organische mest, bijvoorbeeld koemest.
Zomer
Knip uitgebloeide bloemen af (zomersnoei), zodat alle energie naar nieuwe bloemen gaat. Hierbij knip je de bloemtak tot boven het eerste vijfblad terug. Als je roos te groot is geworden, kun je de takken tot maximaal de helft terugsnoeien.
Lange takken van klimrozen bind je vast; dit is vooral in de jonge jaren belangrijk.
Geef in juli nog een keer mest, dat mag ook speciale rozenmest zijn. Bemest niet meer ná augustus, dan gaat je roos goed afgehard de winter in.
Herfst
Breng de struik eventueel weer in vorm, maar snoei takken niet lager dan kniehoogte. Dan is je roos in de winter beter bestand tegen vorst.
Woon je in een gebied waar het kouder wordt dan -10 graden Celsius? Breng dan in november beschermmateriaal aan bij de ent- of oculatieplaats (verdikte knobbel waarboven de vertakking begint). Bij klimrozen en struikrozen doe je dit door een heuveltje van compost of tuinaarde rond de stam te maken. Bij stamrozen pak je de oculatieplaats in met stro, dennentakken of jute. Je roos is winterklaar.
Tips
Zorg voor schoon en scherp snoeigereedschap. Botanische (wilde) rozen snoei je alleen als ze te groot worden, heesterrozen om de twee á drie jaar. Een roos is sterk; geen probleem als je niet alles volgens het boekje doet. Geniet vooral van de geur en kleur!
Meer tips rondom de rozenkalender vind je hier.
