Wijn decanteren: is het echt nodig?
Bourgondiër en wijnliefhebber Anne ter Hark (27) leert jullie met veel plezier elke maand wat bij over wijn; van leuke, handige weetjes tot tips voor bij het uitzoeken van wijn in een supermarkt, café of restaurant. Je hebt vast wel eens iemand een fles wijn zien overschenken in een karaf, oftewel decanteren. Het ziet het er chic uit, maar is het dat ook? Kan het bij elke wijn en waarom zou je het doen? En wat is dat vieze drabje eigenlijk dat je onder in je fles rode wijn kunt aantreffen? Op al deze vragen en meer geef ik je deze maand antwoord.
Waarom een fles wijn decanteren?
Het overschenken van wijn in een karaf wordt, zoals gezegd, ook wel decanteren genoemd. Het gebeurt zowel bij jonge als bij oudere wijnen. Redenen om een fles wijn te decanteren, kunnen zijn:
- Een goede, jonge rode wijn extra zuurstof en daarmee minder stroeve tannines en vaak een rijkere smaak te geven
- Een goede, oudere rode wijn scheiden van de droesem
Extra zuurstof
De meeste wijnen openen we vlak voor het schenken. Dit kan prima: na het inschenken ontplooien de geur en smaak van deze wijnen zich al snel. Jonge, kwalitatief goede wijnen die nog niet lang genoeg gerijpt hebben (zo’n twee tot vier jaar), zijn wat stroever en hebben daarom vaak wat extra zuurstof nodig. Ze hebben er dan ook baat bij om een paar uur van tevoren te worden gedecanteerd.
Door de wijnen over te schenken in een brede, open karaf kan de wijn ongehinderd bewegen en komt een zo groot mogelijk oppervlak van de wijn in contact met lucht. De officiële benaming hiervoor is ‘karafferen’, maar ‘decanteren’ wordt het meest gebruikt. De smaken en aroma’s komen dan vrij en de tannines verzachten. De extra opgenomen zuurstof maakt de wijn toegankelijker, geuriger en smaakvoller. De lange hals van de karaf zorgt er vervolgens voor dat deze aroma’s niet vervliegen.
Een viezig drabje
Wijn wordt ook vaak gedecanteerd als er droesem in de fles zit. Droesem is het bezinksel dat achterblijft in de wijn na het gistingsproces of na een aantal jaren van rijping. Ofwel: dat viezige drabje dat wel eens onder in rode wijn zit. De vorming van dit bezinksel is een natuurlijk proces dat ontstaat tijdens het ouder worden van een wijn, met name in rode wijnen van hoge kwaliteit. In tegenstelling tot wat veel mensen misschien denken, is het dus geen slecht teken als er droesem onderin de fles zit. De wijn is dan gewoon niet gefilterd. Het kan de wijn echter wel bitter en troebel maken. Om die reden – en omdat het nou eenmaal een stuk lekkerder is om een heldere wijn zonder drabjes erin te drinken – is het beter om de droesem uit de fles te verwijderen door middel van decanteren.
Dit gebeurt in een hoog, smal karaf. Het decanteren heeft hier niet als doel om zuurstof bij de wijn te laten. De karaf is daarom smal zodat er niet meer zuurstof bij kan dan nodig is. De aroma’s in een oude wijn zijn vaak te kwetsbaar om er veel zuurstof bij te laten.
Zorg voor goed licht
Om de wijn te scheiden van haar bezinksel, of om de wijn lucht te geven, laat je de wijn minimaal een dag voor het openen rechtop staan. De droesem, die door het liggen door de hele fles kan zijn gaan zitten, krijgt hierdoor de tijd om weer naar de bodem te zakken. Open na die tijd pas de fles en giet de wijn het liefst met een mooie, soepele beweging in een schone, schuin gehouden karaf. Zorg voor goed licht, zodat je kunt zien wanneer de droesem in de flessenhals verschijnt. Dan stop je met schenken en kan je eventueel de fles omspoelen en de wijn er in teruggieten, maar ik vind het zelf ook altijd mooi staan als je de wijn gewoon in de karaf laat.
Wil jij op de hoogte blijven van het laatste lifestyle nieuws en meekijken achter de schermen van de Lifestyle NWS redactie? Volg ons dan op Twitter, Facebook, Instagram en Pinterest!