wijnproeven

Wijnproeven in drie stappen

Beoordelen of een wijn lekker is, kunnen we allemaal, maar het specifiek bepalen van de kleur, geur en smaak is een kunst op zich. Het maakt wijn drinken nog leuker en interessanter. Maar voordat je echt een goed oordeel kunt geven over de inhoud van een glas wijn, moet je vooral over heel veel ervaring beschikken… Daarom deze maand een lesje professioneel wijnproeven in drie stappen!

Stap 1: Kijken

De kleur van een wijn vertelt veel over de wijn zelf. Deze varieert van heel licht tot heel donker en geeft informatie over de kwaliteit en de leeftijd van de wijn. Jonge, droge witte wijn is meestal bleek, lichtgeel met soms groene tinten. Wanneer een witte wijn ouder wordt, verloopt de kleur van de wijn van geel naar goud. Bij dessertwijnen loopt de kleur van geel tot heel goudgeel. En bij rode wijnen varieert de kleur van paars voor heel jonge rode wijnen tot rood na de eerste paar jaar. Naarmate rode wijn rijpt, tref je er steeds meer bruinige en oranje tinten in aan.

Om de kleur goed te kunnen bekijken, schenk je maximaal zo’n twee centimeter wijn in een glas. Dit glas hoort een steel te hebben en tulpvormig te zijn, zodat de smaak beter tot zijn recht komt. Het glas pak je vervolgens vast bij de steel of de voet en je houdt het schuin in het licht tegen een witte achtergrond om de kleur goed te kunnen zien. Is de wijn helder of troebel? Is de intensiteit bleek of juist diep? Noteer alles wat je ziet. 

Stap 2: Ruiken

De geur van wijn is belangrijk dan je misschien zou denken. Proef maar eens terwijl je je neus dichthoudt: de wijn smaakt dan ineens totaal niet meer. Om de geur van een wijn het best te kunnen beoordelen, laat je de wijn ronddraaien in je glas. Dit wordt ook wel walsen genoemd. Hierdoor komt er extra lucht vrij en komt de geur van de wijn goed tot zijn recht. Het moeilijkst is om vervolgens de geuren te herkennen die er zijn vrijgekomen bij het walsen. Je ruikt van alles, maar: hoe benoem je al deze aroma’s? Als iemand het je vertelt, herken je ze vaak wel, maar er zelf op komen is een heel ander verhaal…

Het kan hierbij helpen om een indeling in categorieën te maken, die je dan weer kan onderverdelen in kleinere categorieën, om uiteindelijk tot een treffende geuromschrijving te komen. Is de geur van de wijn bijvoorbeeld: fruitig, bloemig, plantaardig, kruidig, houtachtig, aards of iets heel anders? En ruik je dan citrusvruchten, bloesem, groenten, specerijen, gebrand hout of misschien wel iets dierlijks? Deze omschrijvingen kan je dan vertalen naar specifieke geuren, zoals grapefruit, citroen, viooltjes, kruidnagel, amandel, of leer. Wat geuromschrijvingen van wijn betreft is niets te gek, en kan je het ook niet zo snel fout doen. Iedereen kan immers weer iets anders ruiken in wijn. Gewoon veel oefenen dus.

Stap 3: Proeven

Het daadwerkelijke proeven is natuurlijk waar we het allemaal voor doen! Dit doe je als volgt: je neemt, slurpend, een heel klein slokje en ‘spoelt’ dit langzaam door de mond heen om alle smaakpapillen van je tong te activeren en zo goed mogelijk te kunnen proeven. Vervolgens slik je de wijn door (of je spuugt hem uit) en kan je de afdronk van de wijn beoordelen. Dit kan op precies dezelfde manier als bij het ruiken van de verschillende aroma’s. Het grappige is dat de geuren en smaken van de wijn niet per se overeen hoeven te komen. Soms smaakt de wijn heel anders dan je bij het ruiken ervan had verwacht.

Overigens kan je ’s ochtends het best proeven, je smaakpapillen zijn dan nog in goede conditie en niet beïnvloed door alles wat je die dag gegeten en gedronken hebt. Een goed excuus dus om de dag eens te beginnen met een goed glas wijn!

 

wijnartikel februari1

Tekst: Anne ter Hark
Image: Pixabay
Bron: Michel van Tuil, De Wijnwereld, Drankenstudie Michel van Tuil: Vijfde druk, 2013.
Wil jij op de hoogte blijven van het laatste lifestyle nieuws en meekijken achter de schermen van de Lifestyle NWS redactie? Volg ons dan op TwitterFacebookInstagram en Pinterest!